Die nieuwe editie van het jaarlijkse rapport komt vandaag uit, op de Nationale Datacenter Dag. Daarbij openen datacenters door heel Nederland hun deuren voor het publiek, om bewustzijn te creëren over hun cruciale rol in de digitale economie en samenleving. De Dutch Datacenter Association (DDA) stelt dat deze bedrijfstak “een indrukwekkende 25 miljard euro bijdraagt aan de nationale welvaart”.
‘Niet eenvoudig in euro’s uit te drukken’
Dat bedrag is afkomstig van een recent rapport van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Daarin wordt eigenlijk een nóg grotere waarde toegedicht aan de digitale infrastructuur. De afgeronde 25 miljard (die in het EZK-rapport staat als 24,2 miljard) is op zichzelf al een grote bijdrage, maar EZK stelt dat het grootste belang van de digitale infrastructuur schuilt “in het mogelijk maken van digitalisering in onze hele maatschappij”.
“Digitalisering kan onze maatschappij verbinden, verrijken en efficiënter maken, ons leven aangenamer en gemakkelijker maken. Digitalisering verandert de manier waarop we produceren, handelen, genezen, onderwijzen, leren, wonen en samenleven. Deze grote maatschappelijke bijdrage laat zich niet eenvoudig in euro’s uitdrukken”, aldus het in januari verschenen overheidsrapport.
Vooruitgang aandrijven
Het nieuwe datacenterrapport van de Nederlandse branchevereniging, met thema en ondertitel ‘Powering Progress’, belicht de essentiële rol die de digitale infrastructuur van Nederland heeft als ruggengraat voor de samenleving en de economie. “Datacenters zitten in het hart van innovatie, efficiëntie en economische groei”, schrijft DDA-directeur Stijn Grove.
Ter onderbouwing van die rol als ondergrond bevat het rapport zowel cijfers over toekomstige groei van dataverkeer en ICT-bestedingen, als ook historische cijfers over het aantal ICT-bedrijven in Nederland. De wereldwijde bestedingen aan ICT groeien zo’n 6% per jaar tot 2027, wat flink meer is dan de groei van de wereldeconomie. Verder is in de periode 2011 tot 2022 het aantal ICT-bedrijven in Nederland met 4,2% per jaar gegroeid, wat een veel snellere groei vertegenwoordigt dan die van het bruto binnenlands product, aldus het DDA-rapport.
Kwalitatieve groei
Daarin wordt geargumenteerd dat de kwalitatieve groei van datacenters – dus met positieve effecten voor andere sectoren en de maatschappij als geheel – meer aandacht verdient. Het gaat hierbij ook om nationale (tech)soevereiniteit, plus ondersteuning voor de energietransitie, plus de aanhoudende vergroening van de datacentersector zelf. Grote, fundamentele problemen doemen echter op in de vorm van onzekerheid wat betreft het Nederlandse stroomnet en het nu al nijpende tekort aan technische mensen.
Vorig jaar was het negatieve sentiment richting datacenters nog de voornaamste uitdaging, op een gedeelde eerste plaats met toegang tot het stroomnet. Beide problemen scoorden toen 55%. Daarna kwam het gebrek aan technici (45%). Voor dit jaar in toegang tot het stroomnet met voorsprong de grootste uitdaging (87%).
Energietransitie en meer regulering
Daarna komt het peroneelsprobleem (70%). Wat betreft het aantrekken van technische mensen is bijvoorbeeld de energiesector – die meer en meer digitaliseert – in toenemende mate een concurrent voor de datacentersector. Een ander bijkomend probleem is toenemende regulering, zoals op het vlak van energieverbruik. Datacenters vrezen te veel inspanning te moeten verrichten om te voldoen aan nieuwe regels vanuit Europa.