De belangstelling voor nieuws is in Nederland sinds de coronapandemie sterk gedaald, vooral in de leeftijdsgroep van 18- tot 34-jarigen. Dat stelt het Digital News Report Nederland 2024, van het Commissariaat voor de Media, dat deze maandag is verschenen.
Zei vóór de pandemie zo’n zestig procent van de Nederlanders erg of heel erg in nieuws geïnteresseerd te zijn, na een korte opleving tijdens de corona-periode (2020-2021), daalde de interesse tot 49 procent begin dit jaar. Van de groep van 18-34 jaar is nog maar een derde erg geïnteresseerd in nieuws.
In 2018 zei 4 procent van de Nederlanders „helemaal niet” geïnteresseerd te zijn in nieuws, inmiddels zegt 13 procent dat.
Het is één van meerdere „zorgelijke trends”, volgens het rapport, dat jaarlijks het nieuwsgebruik en andere ontwikkelingen in de uitgeefbranche in kaart brengt. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Reuters Institute for the Study of Journalism in Oxford, dat tegelijk een wereldwijd onderzoek heeft uitgebracht, op basis van enquêtes in 47 landen onder bijna 95.000 volwassenen.
Daaruit blijkt dat de dalende belangstelling voor nieuws ook speelt in andere delen van Europa en de wereld, ook al leiden verkiezingen soms kortstondig tot meer interesse. Sinds 2015 is het percentage van de volwassen bevolking dat sterke belangstelling voor nieuws heeft in het Verenigd Koninkrijk gedaald van 70 tot 38 procent, in Spanje 85 tot 52 procent, in Duitsland van 74 tot 55 procent, in Frankrijk van 59 tot 36 procent, in de VS van 67 tot 52 procent en in Argentinië van 77 tot 45 procent – overigens allemaal sterkere dalingen dan in Nederland. In Zuid-Korea (van 41 naar 39 procent) en Finland (van 64 naar 65 procent) is de interesse stabiel gebleven.
Het Nederlandse en het internationale onderzoek wijzen op enkele opmerkelijke trends:
1 Op sociale media verdringen influencers de journalisten
Voor nieuwsuitgevers zijn het in meerdere opzichten moeilijke tijden, benadrukt het Reuters Institute in zijn rapport. Steeds minder kunnen mediabedrijven erop rekenen dat nieuwsconsumenten door sociale media als Facebook worden doorgeleid naar journalistieke producties op hun apps en websites. Sociale media houden gebruikers liever op het eigen platform, dan ze naar elders te laten doorklikken.
Omdat Facebook nieuws minder prioriteit geeft dan een aantal jaar geleden, gebruiken mensen het platform ook minder voor nieuws. Het gevolg hiervan is dat uitgevers afgelopen jaar 48 procent minder bezoekers via Facebook kregen.
Op Instagram, TikTok en Snapchat blijken gebruikers vaak meer geboeid door wat influencers en beroemdheden over nieuws te melden hebben, dan in de informatie van journalisten. Ook WhatsApp en YouTube worden in toenemende mate gebruikt om nieuws te vinden. Voor jongeren van 18 tot 24 jaar zijn sociale media de belangrijkste nieuwsbron.
In dat verband werpt het Commissariaat voor de media de vraag op hoe de journalistiek en beleidsmakers ervoor kunnen zorgen „dat social natives, de generatie die met sociale media is opgegroeid, nu en in de toekomst met professioneel journalistiek nieuws in aanraking blijven komen en deze als waardevol ervaren”. Commerciële nieuwsmerken lijken terughoudend op sociale media, volgens het rapport. „Hierbij speelt een rol dat deze ‘gratis’ toegang tot nieuws het verdienmodel onder druk zet. Dit kan ertoe leiden dat het nieuws dat burgers op sociale media tegenkomen vaker afkomstig is van niet-journalistieke bronnen.”
Facebook en Instagram mogen minder aan nieuws doen dan voorheen, moederbedrijf Meta blijft een grote speler op de markt voor nieuws. „Als we de diensten die bij Meta horen, dus Facebook, Facebook Messenger, WhatsApp en Instagram samenvoegen, dan zegt 41 procent van de respondenten in de week voor het onderzoek ten minste één van de Meta-merken te hebben gebruikt voor nieuws.”
2 Online video’s steeds belangrijker als nieuwsbron
Online video’s, vooral korte filmpjes, zijn een steeds belangrijker nieuwsbron voor vooral (maar niet uitsluitend) jonge gebruikers. Korte nieuwsvideo’s, bijvoorbeeld van NOS Stories of op de filmpjes-app TikTok, worden door 72 procent van de Nederlanders wel eens bekeken. Populair zijn vooral filmpjes over buitenlands nieuws en binnenlandse politiek. Internationaal heeft TikTok X, het voormalige Twitter, voor het eerst ingehaald als nieuwsbestemming, met vooral een sterke groei in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
„Journalisten en uitgevers zullen harder, veel harder moeten werken om de aandacht van het publiek te krijgen”, waarschuwt het Reuters Institute. Met video verdringt een nieuwe generatie makers redacties die nog sterk zijn geworteld in een cultuur van geschreven tekst en minder bedreven zijn in het maken van video’s. In Frankrijk noemden nieuwsconsumenten als nieuwsbron vaker de explainer video’s (uitlegvideo’s) en podcasts op TikTok en YouTube die Hugo Travers (27) maakt onder het motto “Hugo Décrypte” (Hugo ontcijfert), dan de traditionele media Le Monde en Figaro.
In de Verenigde Staten hebben politiek uitgesproken mediamakers met video’s op sociale media een groot bereik, niet gebonden aan traditionele media-organisaties. Zo bereikte het interview van Tucker Carlson (voorheen presentator van Fox News) met de Russische president Poetin meer dan 200 miljoen kijkers op X en nog eens 34 miljoen op zijn YouTube-kanaal.
Online nieuwsvideo’s worden vooral op sociale media bekeken, minder op de websites van nieuwsorganisaties. Die lopen daardoor bezoekers én advertentie-inkomsten mis. Slechts ongeveer een vijfde van de ondervraagden in het internationale onderzoek zegt zijn online nieuws te halen van de websites of apps van nieuwsorganisaties.
3 Vertrouwen in nieuwsmedia, vooral publieke omroep, is in Nederland groot
In Nederland is het vertrouwen in het nieuws van televisie, radio, kranten en sociale media relatief groot vergeleken met veel andere landen; 54 procent zegt vertrouwen, of zelfs veel vertrouwen te hebben in het merendeel van het nieuws. Wordt mensen niet gevraagd naar nieuws in het algemeen, maar naar het nieuws dat ze zelf gebruiken, dan heeft een groter percentage daar vertrouwen in: 64 procent.
In België en Duitsland heeft respectievelijk maar 44 en 43 procent vertrouwen in het merendeel van het nieuws. In het Verenigd Koninkrijk, de VS en Frankrijk slechts respectievelijk 36, 32 en 31 procent.
Op de vraag welke drie nieuwsbronnen mensen het meest vertrouwen, wordt in alle landen van de Europese Unie de publieke omroep het meest genoemd – gemiddeld door 48 procent van de ondervraagden. In Nederland ligt het vertrouwen in de publieke omroep nog aanzienlijk hoger: voor zestig procent hoort die bij de drie meest betrouwbare nieuwsmerken. De geschreven pers hoort voor 56 procent bij de top drie qua betrouwbaarheid. „Nederland hoort daarmee tot de weinige landen waarin meer dan de helft van de bevolking zowel de geschreven pers als ook de publieke omroep vertrouwt.”
De NOS is het nieuwsmerk dat het hoogste bereik heeft en ook onveranderd hoog vertrouwen geniet, aldus het rapport. „Verder valt op dat lezers van NRC, het FD en de Volkskrant hun kranten meer vertrouwen dan in eerdere jaren.” Zij krijgen als rapportcijfer gemiddeld respectievelijk een 8, een 7,8 en een 7,7. Net als alle andere media scoren ze aanzienlijk minder goed bij ondervraagden die hen niet recentelijk nog geraadpleegd hebben.
4 Slechts klein deel betaalt voor online nieuws
In Nederland betaalt 15 procent van de bevolking voor online nieuws, bijvoorbeeld via een abonnement, lidmaatschap of een donatie. Dat is meer dan in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, waar maar respectievelijk 11 en 8 procent voor online nieuws betaalt. Maar het is aanzienlijk minder dan uitschieter Noorwegen: maar liefst 40 procent van de Noren maakt gebruik van een betaalde online nieuwsvoorziening.
5 De nieuwsconsument wil lokaal en regionaal nieuws – en AI slechts met mate
„Tweederde van de Nederlanders vindt dat de nieuwsmedia hen goed up-to-date houden van wat er speelt”, aldus het rapport. Maar minder tevreden zijn ondervraagden over de mate waarin media verschillende perspectieven op actuele kwesties bieden. Gevraagd naar in wat voor soort nieuws men vooral geïnteresseerd is, blijkt de groep die „lokaal nieuws, nieuws over de eigen regio, stad of woonplaats” noemt, het grootst te zijn.
Voor het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in de journalistiek is de Nederlander op zijn hoede. De helft van de Nederlanders voelt zich onprettig bij het idee dat een nieuwsbericht grotendeels, met wat menselijk toezicht, door AI is gemaakt. De auteurs van het rapport verwachten dat de inzet van AI in de nieuwswereld niettemin verder zal toenemen, niet alleen voor ‘robotjournalistiek’, maar ook voor onder meer automatisering, bij datajournalistiek, bij aanbevelingssystemen om journalistieke producties onder de aandacht te brengen, en bij personalisatie van het nieuwsaanbod.
Het Reuters Institute concludeert uit zijn peilingen dat lezers vinden dat media zich te veel richten op de laatste nieuwsontwikkelingen, en niet genoeg aandacht besteden aan uiteenlopende visies op kwesties en aan verhalen die een basis voor enig optimisme kunnen bieden.
6 Crisis
De nieuwssector verkeert internationaal in een crisis, stelt het Reuters Institute. Daarbij spelen niet alleen de toename van misinformatie (onjuiste berichten) en desinformatie (opzettelijk onjuiste berichten) een rol, ook aanvallen op journalisten en media door politici en een deel van het publiek. De nieuwsbedrijven kampen ook met grote onzekerheid door de opkomst van AI en door de veranderende strategieën van de grote technologie bedrijven, die tegelijk partners en rivalen zijn. Daarbij komt dat in veel landen de advertentie-inkomsten sterk zijn teruggelopen en de kosten gestegen.
In de Verenigde Staten zijn ontslagrondes aangekondigd of uitgevoerd bij onder meer The Los Angeles Times, The Washington Post, The Wall Street Journal, NBC en het tijdschriftenconcern Condé Nast. Eind dit jaar zullen Amerikanen sinds 2005 een derde van hun kranten hebben zien sluiten.